In Memoriam

Aan het begin van mijn leven was je trots op je prestatie, tijdens de herfstvakantie een kind verwekt te hebben. En trouwde jij en mama 19 december 1959, op 1 maand na op je sterfdag 64 jaar geleden. Aan het eind van je leven was je ook trots op me, omdat ik ervan geniet om voor de klas te staan en de jeugd in toom te houden met humor en verhalen. Het enige verschil tussen jou en mij, zei je vaak, dat je daar nooit het geduld voor zou hebben, maar waar ik juist goed in ben doordat ik van jou leerde om dit met humor, zelfspot en vol verve verhalen vertellend te doen.

Zondagochtend mochten we als kind bij je in bed komen en dan vertelde je de meest fantastische verhalen. Ook over je eigen verleden. Hoe je in de metaalfabriek werken moest, waar je als 14 jarige met ‘kippy’ speelde, omdat je nog lang niet toen was aan een werkzaam leven.
Ernst en fantasie speelden door elkaar, sommige verhalen waren pure fantasie en je dacht dat je dat dan meteen kon zien. Dit overkomt mij ook vaak als ik bijvoorbeeld de studenten zeg dat er vandaag goed nieuws is en ze allemaal zie opveren en hoor dat ze denken eerder naar huis te mogen, dan zeg ik: dat we vandaag zelfs twee lessen doen in één, zodat we ons geen ogenblik hoeven te vervelen.
Mijn papa vertelde steeds weer over zijn psychiater, terwijl de enige tijd dat hij daarmee werkelijk te maken had, in zijn vervangende diensttijd was, toen hij in de psychiatrische inrichting de patiënten verschonen moest. Die tijd bleek wel van cruciale betekenis, enerzijds omdat hij daar leerde geen problemen te hebben met vieze luiers, heel handig toen hij vader werd, en anderzijds omdat toen het zaad gelegd werd van zijn ongeloof, omdat teveel van de wanen van de patiënten over god, hemel en hel gingen en dat hij tot de conclusie kwam dat hij voor de gek was gehouden.
Hoe ironisch dat we vroeger zo ver mogelijk achter je fietsten op onze verplichte fietstochtjes, omdat je luid galmend in eigen verzonnen taal een melodie ons tot schaamte bracht. En ik nu niets liever zou willen dan nog één keer je zo te horen. Ook gek, dat mijn dochter achterop bij mij op de fiets, me in mijn zij prikte met de woorden: ‘mama, doe niet zo gek!’ omdat ik luidkeels zelfverzonnen liedjes zong en de dieren net als papa in hun eigen taal toesprak. Mijn vader was kampioen loeien, mijn moeder kan het beste hinniken en mijn sterkste kant is het kakelen van de kalkoen. En als ik heel baldadig ben zal ik het even laten horen: koelekoelekoelekoele.

Wat ben ik dankbaar dat we zoveel gefietst, gewandeld en gediscussieerd hebben, lang niet over alles het eens zijn geworden, maar altijd op zoek naar overtuigende argumenten. Ook voor die laatste vier jaar na de operatie aan je hart, waar je eerst geen heil in zag, omdat je met een klap uit het leven wilde stappen. Wie had gedacht dat je dat afgelopen zondag ineens zou doen? Je hebt deze laatste tijd gebruikt om van alles rond het huis op te knappen, bomen te snoeien, paden schoon te maken, klimop rond het huis te snoeien en toen ik je afgelopen zomer vroeg of je dacht dat je er binnenkort niet meer zou zijn, zei je lachend: ‘ja, dat zou weleens kunnen’. Jammer dat ik dat niet serieuzer genomen had genomen, dan had ik echt afscheid genomen en had ik je gezegd hoe trots ik op je ben. Op je werklust, op je trouw aan vrienden en familie, op je hartelijkheid en dat je met iedereen, ongeacht afkomst een gesprek aanknoopte. Wat jammer dat ik me er vroeger zo voor schaamde en nu denk dat dit juist hetgeen is wat iedereen zo in je waardeert en wat ik zo verschrikkelijk ga missen.. Nu kan ik alleen nog maar zeggen: ‘dag lieve papa, we houden van je!’